Dierziektes zoals mond-en-klauwzeer, bluetongue, Q-koorts of Lumpy Skin Disease (LSD) kunnen ook schapen, geiten, koeien en varkens treffen. Sommige van deze ziektes zijn zo ernstig dat ze verplicht gemeld en bestreden moeten worden. De overheid treedt dan volgens vaste draaiboeken op om de verspreiding van de ziekte te stoppen. Deze draaiboeken zijn gebaseerd op Europese regels en zijn te vinden op de website van de Rijksoverheid. Ook als dierhouder kan je je goed voorbereiden.

Waarom ruimen?

In sommige gevallen besluit de minister om dieren preventief te doden, ook op locaties waar nog geen besmetting is vastgesteld. Dat gebeurt alleen als er sterke aanwijzingen zijn dat de ziekte zich zou kunnen verspreiden. Vaak gaat het dan om bedrijven (ook hobbyhouders) binnen een straal van 1 kilometer van een uitbraak.

Als jouw bedrijf buiten die zone ligt, maar er is bijvoorbeeld contact geweest met een besmet bedrijf (via mensen, voertuigen, dieren), dan kunnen jouw dieren ook als “verdacht” worden aangemerkt.

Gelukkig geldt in Nederland een gedifferentieerd beleid:

Dat laatste is belangrijk: Nederland heeft zich namelijk internationaal verplicht om zeldzame rassen en de biodiversiteit te beschermen (Verdrag inzake Biologische Diversiteit – CBD)

Hoe weet de overheid dat jij zeldzame dieren houdt?

Daarvoor bestaat het Paraplubestand, dat wordt beheerd door de Stichting Zeldzame Huisdierrassen (SZH). Als jij zeldzame dieren hebt, kun je SZH machtigen om dit in de database van de overheid (RVO) vast te leggen. Dit heet “vlaggen”. Daardoor kan de NVWA in crisissituaties zien dat jouw dieren tot een zeldzaam Nederlands ras behoren.

Wat kun jij doen?

1. Laat je dieren registreren in het Paraplubestand

2. Controleer of je dieren goed geregistreerd zijn

3. Geef bij een dierziekte aan dat je zeldzame rassen houdt

Tot slot

Ben je houder van een zeldzaam ras? Zorg dan dat:

Zo help je mee aan het behoud van onze unieke Nederlandse rassen – ook in crisistijd.